IOED WinAr ging op zoektocht en kwam terug met een verrassend resultaat. We denken nu voldoende aanwijzingen te hebben om te mogen spreken van de restanten van een fort in Werchter. Als de interpretatie correct blijkt, dan hebben archeologen en historici al die tijd misschien verkeerd gezocht. Ze baseerden zich immers op kaarten die niet geheel waarheidsgetrouw bleken.

Een beetje historie…

Kaarten zijn van alle tijden. Nu kennen we Tom Tom, Google Maps en Waze, vroeger moesten mensen zich behelpen met papieren kaarten. Sommige van deze kaartenmakers zijn wereldberoemd geworden, kijk maar naar bv. Mercator. Kaarten werden niet enkel gebruikt om de weg te tonen, ze werden ook gebruikt als een administratief hulpmiddel om bv. belastingen te innen of om de eigenaar of pachter te kennen. In sommige gevallen werden ze als een propagandamiddel gebruikt: de kaarten toonden hoe uitgestrekt de eigendom was van een koning of keizer. In militair opzicht werden ze ook gebruikt om strategische punten in een landschap te duiden zodat legers behouden van het ene naar het andere punt konden geraken. Zo werden hoogtes, rivierovergangen, open heide en moerasland in kaart gebracht. Dergelijke kaarten herbergen voor archeologen en historici een schat aan informatie.

Op sommige kaarten werden ook militaire forten aangeduid. Het is echter onzeker of de kaart een gewenst resultaat weergaf of de actuele werkelijkheid. En dan heb je nog het probleem van het kopiëren: vele cartografen speelden leentjebuur bij hun collega’s. Maakten deze laatste een fout, dan werd die fout eveneens overgenomen, met alle gevolgen van dien. Het interpreteren van historische kaarten is dus altijd wat lastig: het is niet omdat het op kaart staat, dat het ook werkelijkheid is.

Een fort tussen Aarschot en Werchter?

Drie_forten_copy_copy.jpg

Cartografen tekenden op hun kaarten tussen Aarschot en Werchter verschillende kleine forten. Soms bevinden ze zich op de linkeroever, dan weer op de rechteroever van de rivier. De kaarten zijn bovendien op zo een grote schaal getekend dat de exacte plaats moeilijk af te leiden valt. Daarom vertrouwde men bij de interpretatie ervan op andere oriëntatiepunten. Zo vermoedt men de ligging van één van de forten aan de overzijde van de monding van de Winge. Deze locatie wordt in tal van publicaties aangehaald als dé ligging, maar deze steunden allemaal op één enkele bron en niemand zag ooit restanten.

De reden waarom men geen restanten zag, zo luidt de uitleg, is omdat het tijdelijke aarden forten waren die snel weer in onbruik raakten en daarop door boeren weer in cultuur werden gebracht. Na ettelijke jaren gingen ze dan ook weer snel op in de natuur. Maar is dat zo? Zou niet elke grootschalige verandering in het terrein zichtbaar blijven?

Een nieuwe blik via het Digitaal Hoogtemodel…

Als je er van uitgaat dat elke vorm van afgraving en ophoging op één of andere manier, ook al is het miniem, nog steeds te zien is in het landschap, bestaat dan niet de mogelijkheid om deze verandering via het Digitaal Hoogtemodel (of DHm) op te sporen? Het DHm steunt op laseraltimetrie; met deze techniek produceer je om de vijf cm van het aardoppervlak een hoogte- of z-coördinaat. Dat wil dus zeggen dat je een perfecte hoogtekaart kan maken van om het even welk terrein. Het DHm opende dus ook de mogelijkheden voor de zoektocht naar de forten. Zo werd van de linker- en rechteroever van de Demer tussen Aarschot en Werchter met behulp van het model nauwkeurig afgezocht op zoek naar de mogelijke restanten van forten.Dhm.jpg

Een goede kanshebber?

Tijdens deze zoektocht kwamen een aantal kanshebbers aan het licht. De locatie die het meest kans heeft ligt iets meer ten oosten van de Wingemonding. Gezien de vorm (schijnbaar voorzien van zogenaamde bastions en mooi vierkant), lijken de laagtes in het landschap een meer dan goede kanshebber te zijn om als grachten van een fort te worden geïnterpreteerd. Ook over de leeftijd van het aardwerk valt iets te zeggen. De vorm sluit meer aan bij de vorm en de afmetingen van de oude forten uit de Spaanse periode (zie bv. Fort Liefkenshoek), zodat een ouderdom die opklimt tot deze periode niet onmogelijk is.Wandkaart.jpg

En nu?

Verder onderzoek is nodig. Een eerste stap zou er uit kunnen bestaan om via boringen op zoek te gaan naar bewijzen voor graafwerken en uit te sluiten dat het om oude demermeanders gaat. Ook historisch onderzoek behoort tot de mogelijkheden: de aanleg van een Spaans fort kostte immers handenvol geld en daarvan moeten bewijzen in de archieven te vinden zijn in de vorm van rekeningen; follow the money als het ware. Bovendien werden ook lokale aannemers betrokken bij de werken en ook van hun offertes, rekeningen en contracten moeten sporen zijn achtergebleven in de archieven van de Spaanse autoriteiten in Brussel, de zogenaamde Geheime Raad. We houden jullie op de hoogte!